vrijdag 25 juli 2014

Endtroducing

Laatste Vlaamse introductiefabriek sluit zijn deuren.

We vertellen u geen nieuws als we melden dat het slecht gaat met de vraag naar introducties. Steeds meer mensen geven te kennen dat ze geen introductie meer nodig hebben. Waar ze een halve eeuw geleden nog onmisbaar leken bij formele en minder formele aangelegenheden, zijn ze nu overbodig geworden. CEO Marc Coucke, die zelf ironisch genoeg geen introductie meer nodig heeft, verklaart: ‘Er heerst reeds geruime tijd een overaanbod aan introducties. Vroeger was het bon ton om ons product uitvoerig aan te wenden bij ontmoetingen allerhande en maakte men er ook een erezaak van om telkens een nieuwe te gebruiken. De consument is zich echter na de eerste oliecrisis gaandeweg bewuster gaan gedragen en is zijn introducties beginnen hergebruiken. Dit zorgde voor een eerste geval van overcapaciteit. Ons bedrijf wist zich staande te houden door het product te diversifiëren en door specifieke doelgroepen aan te spreken. Iedereen kent onze jongerencatalogus vol korte, nonsensicale exclamaties (‘Hey!’, ‘Heykes!’, ‘Ie se!’), maar door copyright issues hielden we hier geen cent aan over. Daar komt nog bij dat de daad van het zich voorstellen stilaan aanzien werd als iets pompeus, iets uit een andere tijd (zoals het woord ‘pompeus’, nvdr). De markt bleef verzadigd en de situatie werd er alleen maar erger op door de introductie van buitenlandse producten in de jaren 90. Het waren vooral de producten van zwarte Amerikaanse afkomst die ons pijn deden. En als klap op de vuurpijl ontwikkelde de vermaarde Dr. Dre PhD het procedé van de 'herintroductie' (en noemde zijn product ‘Still Dre’, nvdr). Toen wist ik al dat onze business op lange termijn niet meer rendabel kon zijn.'


Op de vraag hoe het nu verder moet, antwoordt Coucke ‘Geen idee, ket. Ik dacht nog even de zaak helemaal om te gooien en mijn pijlen te richten op het andere uiteinde van het conversatiespectrum. Maar mijn vermoeden werd al snel bevestigd: de markt voor afscheid nemen, bestaat niet.’