vrijdag 30 november 2012

Let there be house!

Verbouwen, waarom is dat een nationale sport? Ik snap het niet. Ik ben nu zelf al een tijdje bezig en probeer het te vatten. Nu, iets voorbij halfweg (hoop ik), voel ik mij gemachtigd om hierover een goed gekruide mening te geven.

1. Verslaving


De junkies onder ons, die nu zoals Solid Snake in een kartonnen doos de wifi van de buren aftappen, zullen je goed kunnen vertellen over hoe die eerste hit hen helemaal van de planeet blies. En hoe de roes daarna steeds korter werd, tot het slechts een eenzame bliep werd op het electrocardiogram van een stervende. Maar fuck dat doodgaan enzo, die eerste roes was echt fenomenaal! Daar worden de beste boeken over geschreven, de beste liedjes over gezongen. En de slechtste televisieprogramma's aan gewijd, in het geval van verbouwingen dan toch (abrupt einde van de metafoor).


Help, mijn man is een junky.
Want die eerste keer dat je het werk ziet vooruitgaan, dat is een machtig moment. Je voelt je de koning te rijk omdat je op één dag tijd drie muurtjes hebt afgebroken én opgeruimd. Met de nodige schrammen en spierpijn trek je met de maten op café om stoere praat te verkopen over hoe die muur geen schijn van kans maakte voor je titanenmacht. 's Anderdaags word je wakker naast een kartonnen doos bij je buur en begint die iets te rijkelijk geöliede molen weer te draaien over wat allemaal nog te doen staat. En je werkt voort, en elke getrokken kabel, elke gelegde leiding geeft nog steeds een gevoel van euforie, maar je stapelt een hele hoop nota's op, bemerkingen die je telkens weer moet ophalen als je herbegint.
Wacht, ik had het ergens opgeschreven.
Vaarwel het heroïsch neerhalen van De Muur, hallo vissen achter een te kort kabeltje in de nieuwe muur tot er meer vel aan de muur hangt dan aan je hand. Dan overvalt je zelfs het gevoel om niét te gaan pintelieren, maar gewoon rustig in een hoekje te zitten kniezen. Dus, geen idee hoe dat met de gemiddelde graag-verbouwende Vlaming zit, maar ik heb nog geen bezoek gehad van de verbouwmicrobe. Die is tegengehouden aan de deur door mijn twee buitenwippers: het zetelvirus en de ziekte van Artois.

2. Ervaring


Ik ben nu al vaak ingezet als verbouwhulpje bij de projecten van mijn broer en zus, en toch... Op een paar kleine stelregels na, weet ik ruw geschat... helemaal niks over het hoe en waarom van alles wat er omgaat in mijn stulp. Dat electriciteit niet zomaar uit de lucht komt gevallen, dat wist nu ook wel.

Behalve bliksems, natuurlijk. Pas op, X-Or!


Maar dan komt de electricien langs om mijn knoopwerk te checken en zijn blik, hoewel begripvol, zegt alles. 'Da kan hier ni he, Wim.' En een uitleg volgt waarop ik alleen braaf kan knikken en ah ja en ach zo kan zeggen. Nieuwe nota's en bemerkingen voor op de stapel. Ook al heb ik al heel wat kabel in mijn handen gehad, het blijft gewoon met de natte vinger werken. Les één van electrische schakelingen: vermijd natte vingers. En in geval van twijfel vraag je raad aan mensen rondom je die er eigenlijk ook weinig van afweten, maar die tenminste duchtig ja knikken als je iets uitlegt. Zo ga je door tot je genoeg stemmen hebt voor je plan (minstens twee, uit twee verschillende hoofden). En da ga je ervoor en maakt je jezelf wijs dat het allemaal goed zal komen.

Gewoon op tijd springen.


Alweer geen idee waarom dit zoveel aantrek heeft bij de Vlaming, zeker als je geen enkele achtergrond in de materie hebt. Werkt het therapeutisch? Geef mij een grappig boek en een tas koffie en Dr. Phil zal mij nooit zien passeren op zijn show.

Tenzij misschien voor mijn kabeljauwfetisj.

Sowieso: dikke merci aan electricien Tom. Voor de betere laagspanningsborden: één adres!

3.  The neverending story


Verbouwen is als Afghanistan binnenvallen. Zeg ik altijd. Je begint eraan met de beste bedoelingen, je maakt initieel grote vorderingen, je maakt alles kapot dat je niet nodig hebt, je bondgenoten zijn vriendelijk zolang je ze goed betaalt (excl. familie, die moeten vriendelijk zijn), maar dan begint de miserie. Je weet dat er problemen zullen zijn, en je weet dat die enigzins opgelost zullen worden. Maar de termijnen zijn heel vaag, en er vallen al eens lijken uit de kast. Uiteindelijk (hier houdt ook deze metafoor ineens keihard op) kan je in je huis gaan wonen, maar het blijft work in progress.

Dank aan Gaudi voor mijn schrikbeeld.


'Dat is nu klaar, en later zal ik het andere nog wel eens dat doen.' Later in de zin van eens ik hier al een tijdje woon en met een monumentale inspanning de goesting opbreng om er misschien eens iets aan te doen. Er lopen blijkbaar veel mensen rond voor wie dit de ideale toestand is. Alsof dat de dag dat werkelijk alles in orde is, tot zelfs die kleine barst in de plint achter de kast, hun hele bestaansreden verdwijnt. Voor mij duidt dit op een schromelijk tekort aan hobbies. Dit, of het is een excuus om uw sloefenbestaan te verantwoorden. Genre: ik had willen komen, maar ik moest dringend de achterkant van het tuinhuis een derde couche geven. Er is altijd werk aan een huis, en het meeste werk zal heus niet weglopen. Deal with it en laat die rat in de kelder gewoon met rust. Die kan zijn nut nog bewijzen.

Joa menier, ik vreis da ge me Turtles zit.

4. Het leven ernaast


Ik, de generalist der generalisten (el generalissimo?), die graag over alles en niks babbelt, zevert, fucking blogt, zit enkel nog met één thema in mijn hoofd. Dat huis. Mensen rondom me vinden het bijna schattig hoe ik er mezelf in verlies. Kom ik hier dan de ware betekenis van het bestaan tegen? Zo hard in iets opgaan dat je zonder het te merken ineens een vol jaar verder bent? Wie zal het zeggen hoe ik hieruit kom? Misschien word ik wel presentator van een klussersprogramma?

Of gewoon de schrik van de fietsers.


Om toch niet verbouwend in slaap te vallen, probeer ik te lezen. Met moeite. Twee seconden concentratieverlies zijn genoeg om de sappige hellekrochten van Damned (leve Chuck Palahniuk) te verlaten voor dat probleempje met de schakelaar op zolder. Vrienden die ik tegenkom zie ik als kunstig geanimeerde praatpalen met maar één functie: luisteren naar mijn perikelen en oprecht getuigen van sympathie voor mijn zaak. En ik zal uit dank telkens proberen om niet in een spasme te schieten als me alweer (en logischerwijs) gevraagd wordt wanneer ik erin kan trekken. Dus vrienden: bedankt om geduldig naar mijn gezwets te luisteren. Ik hoop binnenkort weer een andere plaat op te kunnen leggen.




Deze ervaring leert me nu waarom voltijdse hobbyisten en tuinhuisprutsers op de duur over niks anders meer kunnen praten, en bij gebrek aan een referentiekader hun activiteiten zo verheerlijken. Het moet erg zijn om te beseffen dat je wereld stopt eens je de voordeur achter je dichtslaat. En dat je vrienden niet-hubofielen stilaan van je vervreemden tot je huis je enige toevluchtsoord wordt. Vandaar misschien de populariteit in hedendaags Vlaanderen (wow, de donkere conclusie).

5. Er is geen 5


Ik moest immers al lang nog een paar voegen gaan slijpen en een draad gaan zoeken in het plafond. Als ik u tegenkom, zal ik u wel overstelpen met alle gaapverwekkende details vandien.


1 opmerking:

  1. You know too much.
    Wij zitten er nu bijna 4 jaar in en ik ben vandaag begonnen aan het vervangen van de tweede toilet. "Geen tijd". Sure ;)

    BeantwoordenVerwijderen