‘Hoezo, we zullen de strategic
target figures niet bereiken? Verklaar
u nader, en bespaar mij dat jargon!’
K rechtte zijn rug om wat meer autoriteit uit te stralen,
een eigenschap die hij miste in eender welke houding die hij zou aannemen. Bolle
wangen en leiderschap: geen goede vrienden. Het hoofd van de productieafdeling
was gedecideerd het kantoor binnengekomen, alsof het het zijne was. Bij de man was
geen spoor van ontzag terug te vinden. K wist dat het geen zin had om te
hunkeren naar de tijd van duidelijke hiërarchische patronen. Je kon even goed
wensen voor iets absurds als vrede op aarde of gehoorzame katten.
‘Wel, Meneer K, zoals u ongetwijfeld weet, is de productie
sinds begin dit jaar grotendeels geoutsourcet. De productiekosten per eenheid zijn
zoals vooropgesteld fiks gedaald, maar de output… Ik bedoel, het aantal afgewerkte
producten blijft voorlopig flink onder de vraag. Zoals het er nu naar uitziet,
schieten we 15% te kort. De vraag is sterker gestegen dan verwacht.’
K duizelde van het taaltje, maar wist dat hij nu daadkrachtig
moest antwoorden, of althans de schijn hoog moest houden. ‘We hebben toch
nog steeds eigen productiecapaciteit. Kan deze niet tijdelijk aangesproken
worden? Enkele werkkrachten overplaatsen van andere diensten, bijvoorbeeld. Dit is toch niet
de eerste keer dat ons zoiets overkomt? En daarbij, hoe kan de vraag in
hemelsnaam nog toenemen? Ik dacht dat de consument al lang verzadigd was?’
K stond versteld van zijn eigen lucide antwoord. Waarom was
hij toch zo onzeker? Hij stond al zo lang in het vak dat niemand iets kon
afdingen op zijn ervaring. Het was die aangeboren terughoudendheid die hij maar
niet ontgroeide. Hij wist dat die hem zijn charme gaf, maar hij was het constante
gevecht tegen zichzelf bij momenten hartsgrondig beu.
‘Wat onze eigen capaciteit betreft, vrees ik dat we niet
voldoende tijd hebben om genoeg mensen naar de productieafdeling over te
brengen. Het personeelsbestand is bijna volledig omgeschoold tot een dienstenfunctie.
En daarbij, het atelier doet nu dienst als multifunctionele ontspanningsruimte.
Ik vrees ook dat ze compensaties zullen verlangen in de vorm van bonussen en
extra verlof met de feestdagen.'
‘Wat!? Maar dit is net de drukste periode van het jaar!’,
verslikte K zich bijna. ‘Vergeten ze dan dat wij geen ordinair bedrijf zijn.
Wij hebben een hoger doel, namelijk 100% van de consumenten tevreden stellen. Daar kan niet van afgeweken worden.’
‘Maar K, er komen alleen maar consumenten bij! En ze worden
alleen maar veeleisender. Met alle respect, maar u denkt nog in termen van de
tijd dat ze met alles tevreden waren. Nu is niets nog genoeg. Ik nodig u uit om
eens op de dienst briefwisseling langs te gaan. Ze hebben daar in allerijl drie
nieuwe servers geïnstalleerd om de stroom van aanvragen aan te kunnen. De
verzoeken zijn zó divers en zó specifiek… Ik vrees dat we niet anders kunnen
dan op termijn naar een betalend model over te schakelen.’
K voelde een cocktail van woede en onmacht opborrelen, maar
hield zich naar eigen gevoel beheerst. Hij liep normaliter al rood aan, dus
enkel een getraind oog zou iets opmerken aan zijn gezicht. Hij was dan wel
een tikkeltje naïef, een trekje dat hij bewust cultiveerde, maar hij wist ook
wel dat het op een bepaald moment wel eens mis zou lopen met zijn business. Met een zekere
gelatenheid formuleerde hij een antwoord.
‘Je weet dat dit indruist tegen alles waar we voor staan. Wij
bestaan enkel als merk dankzij ons uniek gratis concept. In het ergste geval
moeten we onze consumenten de boodschap verkopen dat minder daarom niet
slechter is. En dat delen voldoening geeft, of zoiets. Ik weet, het klinkt
melig, maar ergens past het wel bij de tijd van het jaar. Ik zie echt geen
andere oplossing op korte termijn.’
De chef productie liet het even bezinken. ‘U heeft een punt.
Dit lijkt me dan wel iets dat we met alle afdelingshoofden moeten bespreken. Ik
sprak toevallig daarnet met die van distributie. Die ziet grote mogelijkheden
in toepassingen met drones.’
K wist niet waar hij het had. Hij had al veel nieuwlichterij
met een zekere tegenzin toegelaten, maar dit raakte hem in het diepste van zijn
ziel. Hij bereikte nieuwe tinten rood en brieste:
‘Drones!? Dat nooit! En wie mag het gaan uitleggen aan de
rendieren!? Elf van mijn voeten!’